music-in-germany-from-schutz-to-bach-various-2017-music-in-germany-from-schutz-to-bach-various-compact-disc

Recensie DIVERSEN – La Musique en Allemagne de Schütz à Bach (Duitse barokmuziek uit de periode 1585-1700) compilatie samengesteld door Jérôme Lejeune

DIVERSEN
La Musique en Allemagne de Schütz à Bach
(Duitse barokmuziek uit de periode 1585-1700)
compilatie samengesteld door Jérôme Lejeune
Ricercar RIC 109 • 8 cd’s in cassette-616’

Waardering: 8

Na vergelijkbare uitgaven over het muziekleven in Italië en Frankrijk in de zeventiende eeuw heeft Jérôme Lejeune, aanvoerder van het ambitieuze label Ricercar en het gelijknamige ensemble, zich nu gewijd aan een portret van de Duitse muziek in (ongeveer) dezelfde periode. Een cassette met daarin een album met acht cd’s (speelduur samen ruim tien uur) en een boek met een uitgebreid essay over dit onderwerp, in de talen Engels, Frans en Duits. Duitsland was in die periode bepaald geen eiland, qua muzikale ontwikkelingen. Invloeden uit Frankrijk en (vooral) Italië drukten een krachtig stempel op de Duitse muziek, en in het Noorden was de ‘orgelschool’ van de Amsterdammer Jan Pieterszoon Sweelinck een bepalende factor. Al die elementen komen aan de orde in de tekst, en natuurlijk op die cd’s, met muzikale voorbeelden uit het oeuvre van componisten als Michael Praetorius, Andreas Hammerschmidt, Samuel Scheidt, Johann Hermann Schein, Heinrich Schütz (in z’n eentje al goed voor bijna een hele cd), Thomas Selle, Franz Tunder, Matthias Weckmann, Dieterich Buxtehude, Nicolaus Bruhns, Johann Pachelbel, Georg Böhm en anderen. We horen (veel) kerkmuziek, vocale muziek en orgel, we horen wereldse muziek in tal van kleine bezettingen (veel viool en gamba’s). Het springt op die cd’s een beetje heen en weer, zowel in de tijd als in genre. De orgelmuziek is verdeeld over twee cd’s, alle twee ongeveer voor de helft, dus gecombineerd met andere muziek – het leek me meer voor de hand liggend die orgelstukken op één cd te verzamelen. De uitvoerenden zijn geselecteerd van verschillende labels. Het Ricercar Consort is begrijpelijkerwijs royaal vertegenwoordigd, maar er is ook plaats voor onder andere Vox Luminis van Lionel Meunier, La Fenice, Cantus Cölln, Concerto Palatino, Akadêmia, Capella Sancti Michaelis van Erik Van Nevel, Collegium Vocale van Philippe Herreweghe, het Flanders Recorder Quartet. Hier en daar een Nederlandse bijdrage (bas Max van Egmond, blokfluitiste Marion Verbruggen, bas Job Boswinkel, klavecinist Siebe Henstra, en enkele Nederlandse orgels in Alkmaar en Groningen). Het is allemaal héél veel, en niet alles is even boeiend, en het is een beetje vreemd dat er in de index geen opnamedata worden gegeven en dat we de jaartallen van de componisten moeten opzoeken in het lange essay. Maar er zijn wel een paar absolute hoogtepunten, zoals het aangrijpende motet Ach, dass ich Wasser’s gnug hätte van Johann Christoph Bach (oudoom van), schitterend gezongen door de countertenor Henri Ledroit, een bijzondere versie van de fameuze canon van Pachelbel, het sublieme arrangement dat Johann Sebastian Bach (al even in de achttiende eeuw) maakte van het motet Der Gerechte kommt um van zijn voorganger in Leipzig, Johann Kuhnau. Bach zelf komt, belooft Lejeune, uitgebreider aan bod in het volgende project als het gaat over zijn muziek en van zijn tijdgenoten (globaal 1685-1750 dus).
René de Cocq

Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.

Facebook
Twitter

Laatste artikelen