In 2014 begon de avontuurlijke in Amsterdam wonende Oostenrijkse celliste Katharina Gross aan een omvangrijk project. Met Cellomondo wil zij bij voorkeur jonge en vrouwelijke componisten uit de hele wereld werken voor cello solo of cello en elektronica laten schrijven. Het streven is om uit elk land twee composities te hebben. Wat tien jaar geleden begon met Persistent Memory van de Koreaanse componiste Seung-Won Oh is inmiddels vele composities en drie cd’s verder. Inmiddels is na Cellomondo #1 -Persisten Memory, Cellomondo #2 – Rebirth in Sound en Cellomondo #3 – World in Transformation nu bij wijze van jubileumuitgave Cellomondo #4 – Inside verschenen (concertello records cr 015). De cd bevat naast het titelwerk van Cecilia Arditto Delsoglio ook werk van Kunsu Shim, Gerhard Stäbler en Zephyr van Seung-Won Oh die gevraagd werd nog een werk te componeren om het jubileum te markeren. Blikvanger en opening van deze vierde Cellomondo-cd is de Suite voor cello solo van de in Nederland wonende Australische componiste, pianiste en celliste Kate Moore.
Moedertaal
Katharina Gross zegt over Cellomondo: “In dit project deel ik mijn fascinatie voor de diversiteit van de muzikale individualiteit. Het is spannend om door een veelheid aan klankwerelden te bewegen, de moedertaal van vele componisten te leren en hun verhaal aan het publiek te vertellen. Met composities uit elk land als streven is de ambitie groot. Als ik hierin slaag zullen er bijna vierhonderd nieuwe stukken gerealiseerd zijn.”
Westenwind
Cellomondo #4 is in elk geval een mooie aanvulling met het mooie 12 Things van de Koreaanse componist Kunsu Shim vol verwachtingvolle stiltes en ruis- en fluisterklanken en het krachtige Capricci I-V van de Duitse componist Gerard Stäbler waarbij Gross ook haar stem laat spreken. De Argentijnse Cecilia Arditto Delsoglio tovert met flageoletten in het vierdelige Inside en Seung-Won Oh laat met Zephyr in wat klinkt als een moderne Bach-prelude de westenwind de lente aankondigen.
Droomwereld
Favoriet is de zesdelige Suite for cello solo uit 2020 van Kate Moore. Zij weet een ontroerende aardse oerlyriek te koppelen aan pure instrumentale poëzie terwijl ondertussen de wereld van de cellosuites van Bach niet ver weg lijkt. Broze melodieën, soms gecombineerd met een plukkende begeleiding en tastende akkoordbrekingen vormen twintig minuten lang een droomwereld waarin het betoverend goed toeven is. Dit alles uiteraard mede dankzij het geconcentreerde en liefdevolle spel van Katharina Gross.