Schubert: Bij Brautigam is niets oppervlakkig

SCHUBERT
(42 Schubert Brautigam)
Pianosonates D 959 en D 960
Ronald Brautigam (fortepiano)
BIS-SACD-2624 • 1u22’
WAARDERING 10

Na zijn eerste cd met Schubert op fortepiano – de Impromptu’s – koos Ronald Brautigam voor twee van de drie laatste pianosonates. Net als bij de Impromptu’s laat hij de muziek voor zichzelf spreken. Er wordt soms vrijwel onmerkbaar versneld en vertraagd, maar er zit meer spanning in hoe na korte voorgeschreven pauzes een muzikaal verloop wordt hervat. De toelichting rekent af met het idee dat Schubert deze sonates schreef met de dood voor ogen: dat besefte hij pas een paar maanden na voltooiing. Wel zijn de langzame delen in beide sonates treurzangen.

In D 959 zet Brautigam het thema van het Andantino subtiel in kleur, waarna de muziek wordt opgeschrikt door een heftige explosie van snelle noten. In dat deel klinkt al een lage triller die in het eerste deel van D 960 een wezenlijke rol speelt. Onlangs werd uit musicologische hoek gesuggereerd dat dit een door Gothic Novels (griezelromans) geïnspireerd zou zijn, maar zo’n vergelijking maakt Schuberts triller te oppervlakkig. Bij Brautigam is niets oppervlakkig. Zijn tempokeuzes kloppen en de finale van D 960 neemt hij  niet te snel, zodat het in de slotmaten voorgeschreven Presto echt contrasteert met het voorafgaande. De fortepiano van Paul McNulty naar de Weense bouwer Conrad Graf past de muziek als een handschoen.

PAUL HERRUER

Dit is een van de tienen uit Luister 785. Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.

5/5 - (3 stemmen)
Facebook
Twitter

Laatste artikelen