Biber was de grootste virtuoos van zijn tijd

De Franse violiste Amandine Beyer nam met haar ensemble Gli Incogniti de vijftien Mysteriesonates op die Heinrich Ignaz Franz Biber componeerde als begeleiding bij het bidden van de rozenkrans. In de concertzaal spelen zij deze sonates in samenwerking met de dansgroep Rosas van Anne Teresa De Keersmaeker.

Tekst: Ruud Meijer

Soms is niets grappiger dan een open deur. Wanneer ik stel dat een componist als Biber bij het grote publiek toch een stuk minder bekend is dan – om maar iemand te noemen – Johann Sebastian Bach, barsten we samen in lachen uit. “Om maar iemand te noemen”, gniffelt Amandine Beyer nog even na en komt dan meteen ter zake. “Ik moet zeggen dat het voor mij als violist véél en véél en véél makkelijker is om Biber te spelen – zelfs al is zijn muziek op een bepaalde manier heel ingewikkeld – dan Bach. Wij violisten hebben geluk dat er in de barok zoveel componisten rondliepen die zelf violist waren en als het ware voor zichzelf schreven. Performers die voor hun instrument componeerden. Dat in tegenstelling tot componisten die meer allround waren. Natuurlijk was Bach een klasse apart, die ook viool speelde. Maar hij speelde ook orgel en klavecimbel en in zijn hoofd werkte het toch anders dan bij die componerende performers. Biber was een beetje de Vivaldi van Salzburg. Ondanks het feit dat zijn muziek heel ingewikkeld is, is het voor ons heerlijk en comfortabel om haar te spelen, omdat zij nu eenmaal heel erg violonistique is. Ik heb het dan over zijn gebruik van akkoorden en zijn vermogen om het hele kleurenpalet dat de viool biedt, uit te buiten. Dat geldt in het bijzonder voor deze Mysteriesonates of Rozenkrans sonates. Indruk maken op het publiek van zijn tijd, dat was zijn doel. Hij heeft in dit werk heel zijn hart gestopt. Hij wilde bij zijn aankomst in Salzburg meteen een indrukwekkend visitekaartje afgeven.”

Essentiële aspecten

Waarom Salzburg? Even wat geschiedenis dan maar. Heinrich Ignaz Franz Biber werd geboren in Wartenberg, Bohemen (nu Stráž pod Ralskem in Tsjechië), waar hij in 1644 werd gedoopt. In 1670 werd hij door zijn werkgever Karl II von Liechtenstein-Kastelkorn naar Absam, in de buurt van Innsbruck, gestuurd om daar instrumenten te kopen bij Jacobus Stainer, destijds de meest gewilde bouwer van snaarinstrumenten. Biber heeft zich nooit bij Stainer gemeld, maar wel bij Maximilian Gandolf Graf von Kuenburg, de aartsbisschop van Salzburg. Die nam hem maar al te graag in dienst en als dank droeg Biber zijn Rozenkranssonates aan hem op. Dit tot groot ongenoegen van Von Liechtenstein-Kastelkorn die, om dwars te liggen, Biber pas in 1776 officieel liet gaan. Beyer, die onder meer op een kopie van een Stainer-viool speelt, benadrukt eens te meer dat Biber de grootste virtuoos van zijn tijd was. “Wat mijn relatie met Biber precies is? Hij gebruikte alle technische en expressieve middelen van het instrument, techniek die hij bovendien in dienst stelde van de expressie, het te vertellen verhaal en de muziek. Dat zijn drie essentiële aspecten van het musiceren. Dus mijn relatie met Biber is meer dan oké.”

De rest van dit artikel lezen? Dat kan in Luister 770. Dit nummer ligt vanaf 3 maart in de boekhandel, maar kan ook online gekocht worden op store.bcm.nl/luister

5/5 - (2 stemmen)
Facebook
Twitter

Laatste artikelen