Eerste blog van Luister-hoofdredacteur Joris Heynen

Blog 1: Ludwigs zelfgekozen isolement

In deze onwerkelijke en doorgeslagen tijd moet ik regelmatig denken aan Ludwig II van Beieren, de verdoemde negentiende-eeuwse vorst met ronkende bijnamen als de Sprookjeskoning, de Minnaar van de maneschijn en de Laatste grote dromer. Anders dan wij koos hij zélf voor een sociaal isolement. Er waren tijden dat hij niemand zag en ’s nachts leefde, totaal verdwaald in zichzelf, eenzaam dolend door een van zijn sprookjeskastelen op de grens van Duitsland en Oostenrijk. Hoe romantisch wil je het hebben? Overbodig te zeggen dat het niet lekker is afgelopen met deze Ludwig.

Alsof we zojuist een liedje van Tom Waits waren binnengewandeld

Alweer jaren geleden zat ik met een dierbare vriend in een ranzige kroeg vlakbij de Marienplatz in München. Pal voor ons een pul, pal boven ons een prent van Ludwig. Hij hing daar als de koning van het Krankenhaus, want we kwamen er al snel achter dat we daarin waren aanbeland. In het gangpad deed een zestigjarige vrouw met peroxideblond haar en spandexbroek rek- en strekoefeningen terwijl ze ons zwoel aankeek (zwoel en Duits is geen fijne combinatie). Achter haar ruziede een kerel op gewelddadige wijze met zijn ex over de voogdij van hun kind. Naast dit happy couple zat een grimmige grijsaard overduidelijk op een andere planeet te koekeloeren. Af en toe schreeuwde hij iets in het Duits (schreeuwen en Duits is geen fijne combinatie). O ja, en de barvrouw was starnakel bezopen, uiteraard. Kortom: niet bepaald een Bagels & Juice op zaterdagmiddag. Als zulk soort lui ook in Ludwigs tijd rondliepen, snap ik wel dat hij zich liever opsloot in zijn kasteel. Voor ons voelde het alsof we zojuist een liedje van Tom Waits waren binnengewandeld.

Laatst nog hoorde ik Wagners machtige Einzug der Götter in Walhall

Automatisch begint ergens in mijn achterhoofd Tom Traubert’s Blues te spelen, Waits’ ingehouden gebulderde lofzang op alle gewonde nachtdieren en minnaars van de maneschijn. Toch pak ik niet Waits, maar Wagner uit het rek, de lieveling van Ludwig, de componist voor wie de koning de staatskas plunderde zodat die zijn bedwelmende gesamtkunstwerken kon realiseren. In de Solti-box van Der Ring des Nibelungen vind ik de cd’s van Das Rheingold. Laatst nog hoorde ik het machtige Einzug der Götter in Walhall/Entrance of the Gods in Valhalla tijdens de ontknoping van de jongste Alien-film van regisseur Ridley Scott, net als Ludwig een overtuigd Wagneriaan.

Terwijl ik wacht tot het stuk klinkt, schiet Ludwigs lijfspreuk me te binnen: “Ik wil een raadsel blijven, voor anderen en voor mezelf.” Zouden meer mensen moeten doen, in plaats van hun complete leven in de uitverkoop te zetten op Instagram. Toen ik een andere dierbare vriend onlangs die spreuk appte, antwoordde die kurkdroog: “Nou, dat is dan gelukt, want ik heb nog nooit van die hele kerel gehoord.”

 

5/5 - (4 stemmen)
Facebook
Twitter

Laatste artikelen