HUYGENS

Recensie HUYGENS – Pathodia sacra et profana (Paris, 1647)

HUYGENS
Pathodia sacra et profana (Paris, 1647)
Cyril Auvity (tenor), Marie van Rhijn (klavecimbel, orgel & lautenwerck), Myriam Rignol (viola da gamba)
Glossa Music GCD 923603 • DDD-70’
Waardering: 9

Supermens Constantijn Huygens zou je kunnen kennen van zijn diplomatieke werkzaamheden (hij zorgde er onder andere voor dat Frankrijk Orange teruggaf aan de Nederlanden in 1665), van zijn zichtbare bijdragen aan de regio Den Haag (zo hij ontwierp de Scheveningseweg) of van zijn honderden gedichten. Hij speelde ook goed luit, gamba, gitaar en klavecimbel. Het verhaal gaat dat hij op zijn diplomatieke reizen ’s avonds nog dichtte en componeerde. Zijn bundel Pathodia sacra et profana werd in 1647 uitgegeven in Parijs. Op dit album staan daaruit acht van de twintig psalmen, acht van de twaalf Italiaanse aria’s en alle zeven Franse. Er komt vooral liefdesrampspoed voorbij. Dat hoor je zonder de tekst te lezen, retoriek was Huygens niet vreemd. Zo pauzeert de zang na ‘sourde’ (doof) in ‘Que ferons nous, mon pauvre cœur’ en ook in de andere stukken zijn veel voorbeelden te vinden. Zelf vond Huygens de psalmen het belangrijkst, maar op dit album krijgen de drie duidelijk verschillend klinkende werelden evenveel ruimte. De Franse aria’s zijn licht, maar ernstig, de psalmen serieus en emotioneel, de Italiaanse aria’s gepassioneerd en wat zwaarder aangezet. De uitvoering is levendig. Auvity zingt helder en uitgesproken, niet te gepolijst. De begeleiding is licht en stemmig. Alle hulde voor dit uitgebalanceerde album.
Didi de Pooter

Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.

Facebook
Twitter

Laatste artikelen