Raphaël Pichon
Raphaël Pichon

Raphaël Pichon: directe eerlijkheid van een kind

In zijn motet Singet dem Herrn ein neues Lied daagt Bach de mensheid uit om weer eens met wat nieuws op de proppen te komen. Het is een oproep die Raphaël Pichons Franse ensemble Pygmalion heel serieus heeft genomen. De zes bewaard gebleven Bach-motetten die de bevlogen Franse dirigent recentelijk opnam, spatten namelijk met een ongekende urgentie uit de speakers. En teleporteren deze hoogtepunten der polyfonie fonkelnieuw naar onze chaotische 21ste eeuw. 

Begrafenismuziek was het, maar de jubelende uitbundigheid waarmee Raphaël Pichon de zes motetten van Bach presenteert, roept beelden op van een extatisch dansende uitvaartstoet. Een dei­nen­de belofte dat aan gene zijde the party hoogstwaarschijnlijk never stops. Niet dat er in Frankrijk, net als in Nederland, muzikaal gezien veel te feesten valt. Aanpassingen, afgelastingen, frustratie en hopeloosheid regeren de concert­agenda en waar een jaar geleden het leven nog vivace con brio was, kruipt het virus nu als een largo dolorosa naar een eindbestemming die vooralsnog niet in zicht is.

Nieuwe Franse lockdown

Dat alles hoor ik in de stem van Pichon wanneer ik hem bel. Tien dagen voor de première van de opera Hippolyte et Aricie – componist: Jean-­Philippe Rameau – viel de bijl van een nieuwe Franse lockdown, een klap die de dirigent hoorbaar nog niet te boven is. De situatie, bekent hij, is nog steeds extreem ingewikkeld. Na wederzijdse welgemeende excuses voor een gemist videogesprek van de week ervoor, doen we waar we voor verbonden zijn: praten over muziek.

Onuitputtelijke bron

“Er bestaat geen verzameling muzikale werken die een mens zoveel kan brengen als de motetten van Johann Sebastian Bach”, schrijft Pichon in het boekje van de cd Motets. Ik confronteer de dirigent met zijn eigen woorden en voeg eraan toe dat het een nogal stellige bewering is, een dogma bijna. Zonder de waarachtigheid van die stelling in twijfel te trekken, zou ik hem toch willen vragen om die boude bewering even te verdedigen. Er zijn ongetwijfeld lezers die er een andere mening op nahouden. Natuurlijk wil hij dat wel, maar hij doet dat, bijna snaaks, met een voorbeeld dat het betreffende dogma weer helemaal op losse schroeven zet. “Stel dat wij op een dag alle symfonieën van Beethoven zouden opnemen, dan zou ik over die werken precies hetzelfde zeggen.” Pichon noemt dat het grote voorrecht van een musicus: dat fantastische gevoel dat je krijgt wanneer je je helemaal overgeeft aan de meesterwerken uit de muziekgeschiedenis. Toch wil hij nog wel een goed woordje doen voor Bach, omdat hij een meer dan affectieve relatie heeft met deze componist.

Raphaël Pichon als jongetje

Bachs motetten maakten tijdens Pichons tienertijd al deel uit van zijn ontwakende muzikale roeping. Hij zong ze al als jongetje van tien jaar in La Maîtrise des Petits Chanteurs de Versailles, het koor van de kerk Notre-Dame de Versailles. “Ze maken deel uit van mijn geschiedenis, zijn er altijd al geweest, volgen me en blijven me fascineren. Ze vormen voor mij een onuitputtelijke bron en dat maakt ze voor mij heel bijzonder.”

Benieuwd naar het volledige verhaal van Raphaël Pichon? Lees het in Luister-752. Hier te koop!

Tekst: Ruud Meijer – Foto’s: PIERGAB

 

 

2.7/5 - (4 stemmen)
Facebook
Twitter

Laatste artikelen