CD 33_726

Recensie HENZE – Neue Volkslieder und Hirtengesänge & Kammermusik 1958

HENZE
Neue Volkslieder und Hirtengesänge & Kammermusik 1958
Andrew Staples (tenor), Jürgen Ruck (gitaar), Scharoun Ensemble Berlin o.l.v. Daniel Harding
Tudor 7198 • DDD-61’
Uitvoering: 9
Luister 726 – September/Oktober 2017

Chamber Music 1958 voor tenor, gitaar en acht solo-instrumenten op Hölderlins hymne In lieblicher Bläue werd oorspronkelijk gecomponeerd voor tenor Peter Pears en gitarist Julian Bream. Het Scharoun Ensemble Berlin heeft sinds de oprichting in 1983 echter nauw met Hans Werner Henze samengewerkt, ook aan de interpretatie van dit stuk, hetgeen hier in een gloedvolle, idiomatische uitvoering resulteert. Het Berlijns ensemble gaat op in een knap samenspel met tenor Andrew Staples. Laatstgenoemde vertolkt deze muziek met zoveel nuance en gevoel, dat ik dacht Henze en Pears in de hemel goedkeurend te zien knikken. Het chiaroscuro druipt van de in Napels geschreven partituur af. Het is eigenzinnige, typisch Henziaanse muziek met korte, ritmische melodiecellen die steeds uitbarsten in iets langere melodietjes. Het is burlesk en speels, alles wat de Darmstadt school in die dagen niet was. Het maakte Henze tot de held van de gematigde avant-garde. Toch komt deze muziek veel beter tot zijn recht in de zaal dan op een cd. Al die stukjes worden gaandeweg toch een beetje veel van hetzelfde. Dat geldt niet voor de Neue Volkslieder voor fagot, gitaar en strijktrio, een stuk waar veel meer mysterie in huist en dat de aandacht makkelijker vasthoudt. Het Scharoun Ensemble hield in 1997 de gereviseerde versie ten doop en het is een van de kernwerken op hun repertoire. Een volmaakte, veelzijdige uitvoering.
René Seghers

Wilt u meer recensies lezen, dus óók de recensies van albums die het afgelopen halfjaar verschenen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.

Facebook
Twitter

Laatste artikelen