CD 11_723

Recensie J.S. BACH – Orgelwerken, Vol. 2

J.S. BACH
Orgelwerken, Vol. 2
Masaaki Suzuki (orgel)
BIS-2241 • SACD-71’
Waardering: 8
Luister 723 – April 2017

Masaaki Suzuki begon zijn muzikale loopbaan op twaalfjarige leeftijd als organist in de kerk van zijn geboorteplaats Kobe. Dat is alweer vijftig jaar geleden, en we mogen aannemen dat hij in 1983 een hartig woordje meegesproken heeft bij de totstandkoming van het orgel dat hij hier bespeelt: een instrument van de Franse bouwer Garnier in de kapel van de Shoin Universiteit voor vrouwen te Kobe. Suzuki kennen we als de drijvende kracht achter het Bach Collegium Japan, dat vanuit het Verre Oosten gezorgd heeft voor een frisse kijk op de cantates van Bach. De organist Suzuki is een leerling van Ton Koopman, en eerlijk gezegd hoor ik daarvan niets terug op deze tweede aflevering van de orgelwerken van Bach. Om te beginnen is daar de stemming van het orgel, die het midden houdt tussen gelijkzwevend en middentoon – een aardig concept voor muziek van de generatie voor Bach, maar bepaald niet geschikt voor Bachs ingenieuze chromatiek die nu juist ging bloeien door ‘Das Wohltemperirte Clavier’. Voeg daaraan toe het – zeker in vergelijking met Koopman – stijve spel, zonder vrolijke versieringen, en er ontstaat een wat stroef totaalbeeld. Suzuki begon zijn integrale veelbelovend op het stralende Schnitger-orgel in de Martinikerk in Groningen. Na zo’n instrument klinkt het orgel in Kobe een beetje als surrogaat.
Siebe Riedstra

Wilt u meer recensies lezen, dus óók de recensies van albums die het afgelopen halfjaar verschenen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.

Facebook
Twitter

Laatste artikelen