CHARPENTIER

Recensie CHARPENTIER – Orphée aux enfers

CHARPENTIER
Orphée aux enfers
Déborah Cachet (Eurydice) e.a., Vox Luminis o.l.v. Lionel Meunier, A Nocte Temporis o.l.v. Reinoud Van Mechelen (Orphée)
Alpha Classics ALPHA 566 • DDD-82’
Waardering: 8

In 1684 verraste Marc-Antoine Charpentier met de korte cantate Orphée descendant aux enfers in de stijl van Carissimi. Daarmee landde Italië voorzichtig op Franse semi-operagrond. Voorzichtig, want het betrof slechts een intiem en kalm pastoraal werk. Enkele jaren later volgde een tweede zetting, nu als de mini-opera in drie bedrijven: La descente d’Orphée aux enfers. De pastorale sfeer maakt hier plaats voor houtblazers en een draaikolk aan wervelende emoties. Het is een meeslepende tragédie-lyrique, waarvan helaas slechts twee aktes bewaard zijn gebleven. Zowel de cantate als de opera krijgen hier een modeluitvoering, waarbij het accent op drama en expressie ligt, iets dat in de barok niet altijd vanzelfsprekend is. Vox Luminis heeft het leeuwendeel van de partijen te zingen, maar namens het instrumentaal ensemble A Nocte Temporis nemen haut-contre Reinoud Van Mechelen en sopraan Déborah Cachet Orphée en Eurydice voor hun rekening. Vocale glamour zoals in een sterrengedreven René Jacobs-opname ontbreekt, maar Reinoud Van Mechelen (als leider van het Temporis-ensemble) en Lionel Meunier realiseren een hele compacte, stilistisch sluitende opname. De manier waarop het orkest steeds de boel weer op scherp zet is soms adembenemend. Er zit echt een idee achter deze opname, er zit gevoel in. De uitgave onderscheidt zich ook in het begeleidende boekje dat naast een helder essay ook de teksten in Frans-Engels geeft. Dat is bij zulke specifieke titels echt een pre.
René seghers

Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.

Facebook
Twitter

Laatste artikelen