De sjamaan van de oude muziek

De wereld zoals die er rond 1500 uitzag bestaat niet meer, maar dat is wellicht een goede zaak voor de muziek uit die tijd. Ik geef Adorno gelijk als hij de oude muziek verdedigt tegen de aanbidders van het verleden. Misschien krijgt deze muziek nu pas echt de kansen die ze verdient.” Aan het woord is Björn Schmelzer, artistiek leider van ensemble Graindelavoix. In augustus was hij artist in residence bij Festival Oude Muziek. Tegelijkertijd bracht het gezelschap een nieuwe cd uit: The Liberation of the Gothic.

“Misschien hebben wij, die alle eeuwen daarna ook allerlei muziek geabsorbeerd hebben, aan de ene kant meer afstand, maar aan de andere kant meer de mogelijkheid om in de muziek hetgeen te ontvouwen wat tijdgenoten en misschien zelfs de componist ontging: de inwendige spanning en de contradicties”, vervolgt Schmelzer. “Daarom geloof ik niet zo in die historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk. Informatie is goed, maar waar het om gaat in die muziek is waar ze haar eigen tijd ontstijgt. Dat is wat ons raakt in die muziek en waarnaar ik zoek.”

Bête Noire

We spreken Björn na afloop van zijn laatste concert in de Utrechtse Janskerk. Deze 11de-eeuwse kerk op een druk punt in het centrum van de stad deed de hele festivalweek dienst als uitvalsbasis van de gastcurator. Een idee van festivaldirecteur Xavier Vandamme, die een podium wilde geven aan dit bête noirevan de oude muziek. Schmelzer neemt afscheid van zijn vele gasten en medewerkers en het inpakken van zijn spullen voor de aftocht naar zijn thuisbasis Antwerpen is begonnen. Hectiek dus. En doodmoe na een zeer intensieve week. Maar niettemin nog vol vuur en enthousiasme en alleszins bereid nog een interview te geven.Wat bedoelt hij met het ‘bevrijding van de gotiek’, de titel van zijn jongste cd met daarop muziek van John Browne en Thomas Ashwell? “Ik geef de luisteraar een kader dat niet per se informatief is, maar dat dwingt verder te zoeken naar wat er allemaal op het spel staat bij het uitvoeren van of luis-teren naar heel oude muziek. Bij gotiek denken we vaak aan anonieme, slaafse uitvoerders zonder naam en toenaam. Wat John Ruskin de bevrijding van de gotiek noemde was middeleeuwse kunst die vol leven, experiment en individuele vrijheid zit, ook voor de uitvoerder: die kan en moet zijn eigen stempel drukken op het werk en creëert zo telkens opnieuw een evenement.”

Barthes

Björn heeft deze gedachte van de Franse essayist Roland Barthes. “Naar foto’s kijken kan bijvoorbeeld op twee manieren. De eerste noemt Barthes het studium, wat overeenkomt met die historische informatie, de context, het totaalbeeld, de compositie enzovoort. De tweede noemt hij het punctum, wat zoiets is als een vlek, een krakeluur, iets wat aantrekt maar ook verstoort, of meestal gewoon niet opvalt omdat het van geen belang lijkt. Dat zoek ik ook in de muziek. Elk werk uit het verleden heeft minstens één zo’n punctum en daarmee moet je aan de slag. Dat moet je aan de luisteraar hoorbaar maken. Al in de oudheid bestond er in kunst zoiets als aemulatio: elke uitvoering moest een verbetering of toevoeging zijn van wat er al bestond. Teruggaan naar een oervorm bestond alleen in religieuze reformismen, niet in de kunst. Het grappige is dat ik door mijn zoektocht naar die aemulatio eigenlijk behoorlijk historisch bezig ben, maar dat beseffen veel critici niet.” Aan diezelfde Roland Barthes is ook de naam Graindelavoix – vrij vertaald: ‘stemkorrels’ – ontleend. Het geluid van Graindelavoix onderscheidt zich door een afwisseling van gregoriaans klinkende passages met plotselinge uithalen, glijders en ‘ jazzy’ aandoende melodische lijnen of iets wat in de buurt komt van mediterrane volksmuziek. “Wie goed naar onze platen luistert, hoort veel verschillende stemmen en een enorme heterogeniteit, en toch werkt alles perfect samen”, zegt Björn. “Ik werk veel op kleur en op drive, op groove, op de inwendige puls in die polyfonie. Het ‘Grain de la voix’ van Barthes zie ik niet per se als de fysieke korrel op de stem. ‘Le grain’ is eerder een weerhaak in de stem, dat wat weigert zich aan te passen aan een homogene esthetiek. Het is dus ook het meest persoonlijke van elke zanger, soms zonder dat hij of zij dat beseft. Daarop moet je inzetten en dat voelt het publiek: daar waar zelfs een zanger de pedalen lijkt te verliezen is kippenvel gegarandeerd.”

Omweg

Graindelavoix voert muziek uit van diverse componisten – van Josquin Desprez tot Loyset Compère en van Johannes Ockeghem tot Cypriano De Rore. Maar het wetenschappelijk onder-zoek van Schmelzer is dus niet gericht op authentieke uitvoeringsrichtlijnen of op het opdiepen van nog onbekende muziek. “Er is al zo ontzettend veel oude muziek beschikbaar, goed ontsloten, in druk verschenen. Veel van die muziek wordt niet uitgevoerd, of het is de moeite waard om ze opnieuw uit te voeren, op een andere manier. Want ik vind het een illusie om te denken dat we muziek zouden kunnen brengen zoals de tijd-genoten uit 1500 die beleefden. Het is gewoonweg niet waar dat de polyfonie die we nu uitvoeren voor de tijdgenoten gesneden koek was. Ze was voor hen even bevreemdend hallucinant als voor ons.”

Om in contact te komen met het verleden, het ‘auditieve verleden uit te vinden’, gaat Schmelzer in plaats van bij musicologen eerder te rade bij filosofen, historici en kunstenaars. “De omweg is vaak de beste weg”, zegt hij daarover. Maar wat levert die omweg dan op? “Ik ben opgeleid als antropoloog. Dat heeft natuurlijk invloed op hoe ik naar dingen kijk. Ik heb rond 2000 een bijbaantje gehad als suppoost in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen en ik deed niks anders dan in die gigantische kerk ronddwalen en naar de gotische gewelven kijken. Daar heb ik iets geleerd. Gotiek dient om in te bewegen, het is architectuur die gemaakt is voor een bewegende blik. De verhoudingen en vormen veranderen constant, af hankelijk van de hoek van waaruit je kijkt. Die beweeglijkheid, figuren en ornamenten hoor ik terug in de poly fonie.”

Ogen openhouden

Als voorbeeld noemt Björn de muziek van Dufay. “Dufay heeft die beweeglijkheid gerevitaliseerd door de schok die hij opliep toen hij in aanraking kwam met Italiaanse kunst. In Rome en Florence was hij een collega van beeldhouwer Donatello, beiden waren als kunstenaar geëngageerd door de paus. Wat je in e muziek van Dufay terughoort zijn de spiritelli van Donatello. Dat zijn van die putti, kleine beweeglijke, dansende engeltjes, feitelijk een visuele articulatie van bewegende, geanimeerde lucht die Donatello af beeldde op zijn Florentijnse koorbalkon. De muziek van Dufay heeft eenzelfde soort Geschwindigkeit, die je trouwens in mijn directie ook kunt terugzien.”

Waar polyfonie veelal uitnodigt om de ogen te sluiten en je mee te laten voeren op de hemelse klanken, dwingt Graindelavoix je om je ogen open te houden. “Ja, het zijn nogal expressieve figuren, mijn zangers, interessant om naar te kijken”, aldus Björn. Het is hun gesticulatie tijdens het zingen, hun regelmatig uit de groep terugtreden, hun gelaatsuitdrukkingen bij de klanken die ze voortbrengen en vooral ook de wijze van dirigeren van Björn zelf die je dwingen om te blijven kijken.“Net zoals de ornamenten in de gotiek, zo moeten ook de lijnen in de polyfonie geornamenteerd worden”, licht Björn toe. “Polyfonie is driedimensionaal, nooit onttrokken aan zijn omgeving. Met muziek wil je figuren uitbeelden, dat is plastisch, shaping. We zijn bezig ons materiaal te kneden, alsof het een homp klei is. Je projecteert een noot in de ruimte, je toomt in, neemt in kracht en volume terug en smijt vervolgens die toon weer terug de ruimte in. Dat levert dynamiek op, die er ook in de middel-eeuwen was, maar die je dus niet terugleest in de partituren. Ik zie het als een geheel van constant op en neer golvende onder-lagen en tegenstromen die de tand des tijds doorstaan en ook in onze lichamen nog voortleven. Die dynamiek moet je aanvoelen; daar heb je je lijf bij nodig.” Wellicht dat daarom de directeur van het festival Oude Muziek, Xavier Vandamme, in dagblad Trouw zei: “Björn heeft de logica van een sjamaan. Hij gelooft in de oude stemmen van voorouders die nog altijd in ons lijf resoneren.”

Virtuele beeldenproductie

Beeld vind je belangrijk in de muziek? Getuige ook de tentoonstelling De geplooide tijd, die je samen met je vriendin Margarida Garcia maakte voor het Festival Oude Muziek? Schmelzer: “De Duitse cultuurfilosoof Walter Benjamin zei al dat muziek en niet schilderkunst bijvoorbeeld de voorganger van filmkunst is: muziek is virtuele beeldenproductie. Ons doel is dan ook die beelden uit de muziek los te peuteren. Die beelden zijn uiteraard vaag, niet per se visueel, maar wel degelijk sensorieel. Dat zijn we door de 19de-eeuwse, absolute muziek een beetje verleerd: het mocht niet meer, muziek moest op zichzelf staan en als pure muziek worden benaderd, zonder referentie naar wat van buiten komt, terwijl alle kunst parasiteert op dat buiten. Maar wij proberen zo te zingen dat de retorische kracht van de muziek het publiek aanzet om beelden te gaan zien, om niet alleen het verhevene en hemelse te ervaren, maar ook het tegennatuurlijke, bizarre, complexe, lelijke en expressieve in de oude muziek een kans te geven.”Dat was ook het doel van de tentoonstelling en de daarbij uitgegeven beeldenatlas Time regained.

Björn: “Het verleden ligt niet voor het grijpen als een soort gestolde realiteit. Het is geen narratief, geen verhaal dat je simpelweg even kunt lezen. Je moet het verleden fabuleren en manipuleren, zorgen dat je een Ahnung van het verleden krijgt, zoals de Nederlandse historicus Johan Huizinga dat mooi heeft beschreven. We hebben allerlei beelden, foto’s, tekeningen, plattegronden et cetera bij elkaar gezocht waarmee we muzikale beelden proberen te verbinden met andere artistieke materialen.We vertellen er geen muziekgeschiedenis mee, maar fabuleren over vroege muziek in een poging deze te revitaliseren.”Want, aldus Björn, die als voormalige koorknaap met madrigalen en motetten is groot geworden: “Oude muziek herbergt alle schoonheid en extravagantie van latere muziek. Maar ze wordt constant onder een stolp gezet. Ik wil me inspannen om luisteraars het expressieve en zelfs subversieve potentieel van die muziek te laten ontdekken. Dit is een avontuur dat nog lang niet over is.”

‹‹Tijdens het Utrechtse festival Le Guess Who? brengt Graindelavoix op zaterdag 10 november de volledige cyclus van de Tenebrae Responsoria van Carlo Gesualdo. Van 22.00 uur tot 02.00 uur. Meer informatie: www.leguesswho.nl en www.graindelavoix.org

Facebook
Twitter

Laatste artikelen