VIVALDI

Recensie VIVALDI – Flute Concertos (fluitconcerten RV 428, 433-435, 437, 439, 533, 783)

VIVALDI
Flute Concertos (fluitconcerten RV 428, 433-435, 437, 439, 533, 783)
Barthold Kuijken (traverso), La Petite Bande o.l.v. Sigiswald Kuijken
Accent ACC 24224 • SACD-66’
Vooral in de snellere deeltjes (de allegro’s, de presto’s) herken je al gauw de hand van Antonio Vivaldi. En in de acht fluitconcertjes op deze CD komen er heel wat van die snellere deeltjes langs: zestien, om precies te zijn. En die herkenning leidt ook al gauw tot de vaststelling dat de melodische wendingen en de toegepaste akkoorden ook al gauw te associëren vallen met bekender repertoire (we zullen het even niet over de jaargetijden hebben). Het is, kortom, niet verrassend. De verrassingen schuilen in de langzame tussendeeltjes. Daar bewijst Vivaldi zijn meesterschap, daar stijgt hij uit boven het reguliere vakmanschap. Er zitten (weer) juweeltjes bij, met als hoogtepunt het cantabile in het Concerto in D opus 10 nummer 3, catalogusnummer RV 428, met als bijnaam ‘Il Gardelino’. De fluit van Barthold Kuijken wordt daar alleen ondersteund door de violoncello da spalla (de schoudercello) van Sigiswald Kuijken, en het is een wondertje van ingetogen schoonheid. Het hele programma wordt, in die afwisseling van ietwat clichématig vakmanschap en muzikaal meesterschap, voorbeeldig neergezet door het piepkleine clubje van Kuijken (met hulp van Frans Theuns op traverso II in RV 533).

Grümmer, Gottlob Frick

Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.

Facebook
Twitter

Laatste artikelen